Zintuigen

 
De cheeta heeft dezelfde zintuigen als de mens: ruiken, horen, zien, proeven en voelen. De cheeta heeft daarbij nog één extra zintuig, de snorharen.
De zintuigen van de cheeta werken niet allemaal even goed als die van de mens. Zo heeft de kat veel minder smaakpapillen en kan de cheeta veel minder goed kleuren onderscheiden. Maar de cheeta kan daarentegen wel veel beter ruiken en ook veel beter horen. Ook kan de cheeta goed zien in schemering. In het echt donker kan de cheeta niet zo veel zien.
 
 
 
PRIKKELS
Net zoals bij de mens reageren de zintuigcellen op prikkels. Prikkels zijn invloeden uit de omgeving op een organisme.
- De ogen reageren op licht(stralen);
- De neus reageert op geuren (moleculen/stoffen);
- De oren reageren op trillingen;
- De mond reageert op smaken (moleculen/stoffen);
- De huid reageert op druk-, warmte- en koudteverschillen, en ook op vorm veranderingen van de huid. 
 
DE SNORHAREN
Naast de 5 zintuigen die de mens ook heeft, heeft de cheeta ook nog de snorharen. Snorharen zijn tastharen die gebruikt worden als sensors bij het zoeken naar voedsel en de weg vinden in het donker. De snorharen zitten rondom de neus.  De cheeta heeft overal in zijn vacht tastharen zitten. De snorharen komen voor bij dieren die niet goed kunnen zien of die vooral in de nacht actief zijn. De snorharen worden dus gebruikt bij het vinden van de weg en bij het zoek van voedsel. Ook worden de snorharen gebruikt bij de grote van een voorwerp of gat inschatten. De tastharen in de vacht kunnen een minimale verandering van de luchtstroom opmerken. Zo weet de kat dat hij langs een bepaald voorwerp is gekomen.
De snorharen zijn erg belangrijk bij het overelven van de cheeta. Daarom wordt een groot deel van de hersenen gebruikt voor het verwerken van de impulsen die afkomstig zijn van de snorharen. De snorharen zijn dikker dan het andere haar van de cheeta. Ook deze haren zijn levenloos. Onder de snorharen zit een speciaal haarzakje. Hierin zit een kokertje bloed, de bloedsinus. Als er een snorhaar wordt aangeraakt gaat het bloed dat onder de snorharen zit bewegen. Dit komt door de buiging van de haren. De zenuwen aan het einde van de sinus kunnen extreem subtiele bewegingen waarnemen, doordat het bloed debeweging versterkt. 
De prikkel waar de snorharen op reageren is het bewegen van de snorharen.
 
 

BRONNEN

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kat_(dier)#Zintuigen 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Snorhaar
https://wibnet.nl/hoe-zit-dat/wat-is-de-functie-van-snorharen